Een mooi interview, afgelopen dinsdag (25 februari) in het Dagblad van het Noorden. Journalist Marcel Looden sprak met John Sanders. Laatstgenoemde woont in de stilte van Wollinghuizen, maar hunkert altijd naar het lawaai van het hooggeëerd publiek. Hij treedt, ondanks dat hij bijna 80 jaar is, namelijk op als spreekstalmeester in circussen.
Zoveel meldt de aanhef.
De grote kop boven het verhaal stelt: Clown in een wereld die verloren gaat Bij het verhaal een mooie grote foto van de heer Sanders in spreekstalmeester-kostuum, compleet met vlinderdas, bolhoed en witte handschoenen. Met op de achtergrond circusposters van onder andere Circus Renz Berlin en Koninklijk Circus Carré. De foto is gemaakt door Harry Tielman.
(Tussen haakjes: Wollinghuizen. Nooit van gehoord? Nou de heer Sanders deelt zijn woonplaats onder de rook van Vlagtwedde anders met minstens één bekende Nederlander: oud-staatssecretaris Henk Bleker! De man die in woord en daad tenminste nog ALLE circusdieren een goed hart toe droeg en momenteel onder meer is aangesteld als puinruimer bij de zeehondencrèche in Pieterburen.)
John Sanders woont er in een keuterboerderijtje uit 1880. Een droomhuisje in een mooie omgeving. Alles ademt rust en stilte. Voor een groot deel aan Sanders echter niet besteed! Als een rode draad loopt door zijn leven de drang onderweg te zijn en nieuwe, vrolijke mensen te ontmoeten.
Kort samengevat: in 1957 emigreerde hij naar Nieuw-Zeeland. Van beroep huisschilder trok hij ook rond als goochelaar. Geleerd van een oom die dat op kermissen deed. Van oorsprong kwam hij uit Haarlem, waar zijn vader een winkel had.
Wat die oom deed wilde John ook!. Na twaalf jaar keerde hij terug naar Nederland en kocht een speelgoedkraam en grabbelton. Met een camper reisde hij de kermissen af. Wollighuizen zag hem maar mondjesmaat, driekwart van het jaar was hij met zijn vrouw onderweg. Hij voelde zich als een vis in het water. Tot de gezondheid wat minder werd. Hij herstelde voorspoedig en zocht een nieuwe afleiding. 'Een warm, bewegend nest met lachende mensen', zoals hij het zelf omschrijft. Hij ondekte het circus!
Een jaar of tien geleden was hij toevallig in Winschoten. En daar stond Circus Belly Wien. Hij stapte er binnen en vroeg brutaalweg naar de directeur. Hij kwam ermee in contact en met een Nederlandse tourmanager. Van het een kwam het ander, en binnen de kortste keren reisde hij de circussen achterna door het hele land. Om te fungeren als publieksbegeleider, maar ook als spreekstalmeester! Bij het Duitse Circus Solero maakte hij op dat laatste gebied zijn debuut. In zijn vroegere goochelkostuum stapte hij de piste binnen en praatte de voorstelling aan elkaar alsof hij nooit anders gedaan had! Hij genoot van (opnieuw) al die vrolijke mensen om zich heen. Maar kreeg ook gevoelens van melancholie. Naar de vroegere kermissfeer, die nooit meer terugkomt.
Nu maakt hij zich opnieuw druk. Want hij vreest op dit moment dat ook die echte circussfeer langzaam zal gaan verdwijnen. 'Maar gelukkig niet in mijn leven', eindigt de oude baas. Die daar aan toevoegt nog heel vaak spreekstalmeester te willen zijn en in die functie ook de clown te willen spelen. 'Dan ben ik gelukkig!'
|