Mooi achtergrondverhaal in het Noordhollands Dagblad van gisteren:
Altijd achter de schermen van het circus
Toen circusdirecteur Alex Sijm hoorde dat Gerrit Jongerling (74) uit Schagerbrug de erespeld van Stichting Circus Cultuur Nederland zou krijgen, besloot hij zijn circusportier daar toch maar even over in te lichten. Als er namelijk iets is waar Gerrit niet van houdt, is het wel in de spotlights staan. Stel nou, hij wil dit écht niet? Maar Gerrit vond het wel best. Niet voor zichzelf, want zijn eigen ego komt altijd op de laatste plaats. ,,Het is mooie reclame voor het circus.’’Door Marjolein Eijkman - 17-12-2015, 14:12 (Update 17-12-2015, 14:12)
Een vriendelijke glimlach en een stevige handdruk. Handen als kolenschoppen, vol eelt. Want vroeger droeg je geen handschoenen en had je van dat vervelende henneptouw, vertelt hij. ,,Als dat nat was, joh, dan waren aan het einde van de dag je handen helemaal kapot. Voor we dan verder trokken, smeerde ik mijn handen in met dieselolie, dan deed het niet zo’n pijn tijdens het rijden. Werkte prima als handverzorging!’’
Zodra op het veld aan de Omloop in Heiloo de circustent van Wintercircus Sijm verrijst, meldt Gerrit zich. In warme wintertrui, trainingsbroek en laarzen. ,,Een jas? Nee, die heb ik nu niet nodig hoor. Circusmensen hebben het nooit koud. En ze hebben nooit geld’’, voegt hij er lachend aan toe, terwijl hij al pratend en circusmedewerkers groetend naar de directeurscaravan loopt voor het interview. Zijn eigen kleine caravan staat verderop geparkeerd. Hier kan hij zich de komende twee weken even terugtrekken. Alleen slapen doet hij er niet, ’s avonds brengt zijn zoon hem naar huis in Schagerbrug, waar hij al zijn hele leven woont.
BoerenbestaanHij komt van een boerderij aan de Grote Sloot, vlakbij waar nu zijn eigen huis staat. Voorbestemd voor een boerenbestaan, maar hij wilde bij het circus werken. Als klein jongetje stond hij altijd met grote ogen te kijken naar het opbouwen van het circus. ,,Misschien is toen het circusvirus wel bij bij me binnengekomen’’, zegt hij lachend. ,,Vroeger liepen hele schoolklassen uit als het circus aankwam, nu staan er vijf kinderen te kijken als de tent wordt neergezet.’’ Voor de kinderen van nu is er heel veel ander vermaak bij gekomen, maar de magie van het circus is er nog steeds, ziet hij elke keer weer in die laatste weken van het jaar.
Het is alweer 53 jaar geleden, in 1962, dat hij zich meldde bij het circus van Toni Boltini, dat zijn tenten had opgeslagen op het Malieveld in Den Haag. Eigenlijk had hij op dat moment in militaire dienst moeten zitten. ,,Maar ik bleek totaal ongeschikt’’, zegt hij met een grijns. Het was in de tijd dat bij de kassa van het circus altijd bordjes hingen met ’personeel gevraagd’ en ’chauffeurs gezocht’. Het was toen niet ongebruikelijk dat werknemers uit de zelfkant van de maatschappij werden geplukt en na een paar dagen weer vertrokken. ,,Het eerste wat mijnheer Boltini vroeg, was of ik mijn rijbewijs had. Nou, ik had ze allemaal: auto, vrachtwagen en personenvervoer. Ik was meteen aangenomen.’’
Acht jaar lang chauffeerde hij in de ’klokkie rond auto’s’ van Boltini. ,,Er was altijd wat met die wagens en dan repareerden we ze zelf. Apk had je nog niet. Je moest er maar gewoon rekening mee houden dat die ene trailer wat naar links trok. Als ik nu bedenk in wat voor wagens ik toen heb gereden, levensgevaarlijk. Maar ja, je bent jong en doet het gewoon.’’
WasmandenAlles was anders in die tijd, de glorietijden van Circus Boltini, dat de circusvoorstelling combineerde met optredens van onder anderen Johnny Lion en Rob de Nijs. ,,Ik hoorde de echte circusgangers wel eens mopperen als ik in de pauze ijs kwam verkopen. Dat ze niks meer hoorden door die enorme geluidsboxen. Maar het was wel een succes. Aan het eind van de avond kwamen ze met letterlijk wasmanden vol geld de kassa uit lopen. De tent zat elke avond overvol, de mensen zaten knie aan knie en als er nog meer kwamen, dan zetten we gewoon een paar extra planken als bankjes op de veiligheidstrap.’’
OlifantenHij vertelt over de kantinewagen van Boltini, die gekscherend -’iedereen wist alles van elkaar’- de roddelwagen werd genoemd. Over Circus Martin Hansen waar hij tijdens het door weer en wind reclameborden langs de weg plaatsen zo in twee maanden tijd 11.000 kilometer reed. Over de olifanten van Boltini die tijdens een uitlaatrondje nabij het militair oefenterrein in Soesterberg op hol sloegen toen er in de verte tanks werden gestart. ,,De dennenbomen knakten als luciferhoutjes. We hebben daarna altijd eerst het oefenschema gecheckt.’’ En over het Bassie en Adriaan Circus van Joop van den Ende, waar André Hazes moest optreden en dan af en toe gewoon niet op kwam dagen terwijl het publiek al in de tent zat. Het was in die tijd, tussen 1980 en 1982, dat hij als portier bij Bassie en Adriaan het kaartje knipte van een jongetje dat met zijn moeder naar het circus kwam. ,,Dat jongetje was Alex Sijm, ik heb ooit het kaartje geknipt van de man die nu mijn directeur is.’’
Zijn ogen beginnen te glinsteren als hij vertelt over zijn vrouw Teuni, die hij in 1967 voor het eerst zag, achter de kassa van een winkel in Veenendaal waar hij nieuwe sokken en overhemden kwam kopen. Een leuke meid, vond hij, maar haar mee uit vragen durfde hij niet. Pas jaren later, op vakantie in Oostenrijk, kwam hij haar stomtoevallig nog eens tegen en sloeg de vonk over. Teuni was 35 jaar lang zijn steun en toeverlaat. De glinstering in zijn ogen maakt plaats voor intens verdriet als hij vervolgens vertelt hoe zij zes jaar geleden volstrekt onverwacht overleed. Hij viel in een groot gat.
Vol ornaatToen Alex Sijm, die Gerrit en en zijn vrouw kende en voor wie Gerrit ook al eens wat hand- en spandiensten had verricht, hoorde van Teuni’s overlijden, vroeg hij of Gerrit misschien voor hem wilde komen werken. Als senior-medewerker, zonder verplichtingen. En zo helpt hij nu al enkele jaren bij het opbouwen van de tenten en wagens van Wintercircus Sijm en staat hij bij de voorstellingen in vol ornaat als portier bij de ingang van de circustent. ,,Ze vragen wel eens of ik Alex’ vader ben, of dat ik de directeur ben’’, vertelt hij lachend. ,,Ach, laat ze maar denken, het gaat om het circus.’’ Want dat blijft voor Gerrit Jongerling, erespeld of geen erespeld, voorop staan.
ErespeldGerrit Jongerling (74) ontvangt tijdens de laatste voorstelling van het wintercircus dit seizoen, op woensdag 30 december om 16 uur, uit handen van burgemeester Marjan van Kampen van Schagen de erespeld van de Stichting Circus Cultuur Nederland. Voor informatie over de voorstellingen van het wintercircus:
http://www.circussijm.nl.