Lid geworden op: do jul 21, 2011 3:38 pm Berichten: 9579
|
Eind goed, al goed? In ieder geval een zeer gedegen artikel inclusief een complete reconstructie in de Volkskrant! Was de aandacht voor de circuswereld altijd maar zo groot! Aldus: RECONSTRUCTIE LUCHTACROBATE KRISTINA VOROBEVAVijftienhonderd man publiek zag hoe Kristina uit de nok van het circus stortte. Hoe gaat het nu?Het was nieuws in heel Nederland toen luchtacrobate Kristina Vorobeva tijdens het Wereldkerstcircus van 12 meter hoog uit de nok van theater Carré naar beneden stortte. Ze zou nooit meer kunnen lopen. Journalist Nathalie Huigsloot volgde haar het afgelopen half jaar en zag een vastberaden vrouw die zich niet bij haar lot neerlegde. ‘Ooit zal ik weer vliegen.’3 januari 2020, Wereldkerstcircus in theater Carré, AmsterdamThe show must go on van Queen schalt door een uitverkocht theater Carré als Kristina Vorobeva (31) er in haar witte glinsterjurk door de lucht zweeft. Het is vrijdagavond 18.50 uur, vijftienhonderd man publiek houdt zijn adem in. Doodeng ziet het eruit als luchtacrobate Kristina in volle vaart ontelbare pirouetten maakt. Ze hangt op 12 meter hoogte aan haar mond, haar tanden geklemd om een bitje. Aan één enkel koord zit het vast aan het been van haar man en geliefde, Rustem Osmanov (32), die, nog hoger, zelf ook aan zijn tanden aan een lijn in de nok van het circus hangt.
Een vangnet of veiligheidslijn hebben ze niet, daar zouden ze alleen maar in verstrikt raken. En in de circuswereld geldt: veiligheidsvoorschriften zijn niet verplicht, wat artiesten doen is hun eigen verantwoordelijkheid. Bovendien ging het al vijftienhonderd keer goed. Vijf jaar lang werkte het Oezbeekse luchtacrobatenduo Sky Angels intensief aan de act, ze wonnen er vele prijzen mee. In 2017 kregen de twee in Monaco uit handen van prins Albert en prinses Stéphanie de Gouden Clown – de Oscar voor circusartiesten.Maar dan, op deze avond in Amsterdam, breekt er bij Rustem een tand af. Het bitje schiet uit zijn mond.
In een reflex probeert hij nog het koord boven hem te grijpen, maar hij is een milliseconde te laat. Hij stort naar beneden en met hem zijn vrouw Kristina. Voor dood ligt het duo op de grond.
Een schok gaat door de zaal. Kinderen beginnen te huilen. De circusartiesten die in de coulissen al klaarstaan voor de grote finale stormen de piste in. Ze knielen bij het stel, huilen, in de circuswereld zijn de rondreizende artiesten een grote familie. Met alle kracht die Kristina in zich heeft, beweegt ze langzaam haar hand en pakt die van haar man die bovenop haar gevallen is.
‘Hoe voel je je?’, vraagt ze met een zwakke stem.
‘Ik voel me normaal’, zegt hij. ‘En jij?’
‘Ik voel mijn benen niet meer.’
De show stopt. Schermen worden om het gevallen tweetal heen gezet. ‘Mijn moeder, ik wil naar mijn moeder, ik ben de enige die ze heeft,’ zegt Kristina zacht. Het geschokte publiek wordt verzocht de zaal te verlaten.
Met gillende sirenes wordt Kristina naar het AMC-ziekenhuis gebracht. In de ambulance huilt ze en ze vraagt steeds hetzelfde. ‘Zal ik ooit weer kunnen lopen?’ Niemand geeft antwoord. Ondertussen wordt Rustem wegens plaatsgebrek naar een ander ziekenhuis gebracht, het VUmc. Voor het eerst in tien jaar is het onafscheidelijke paar 24 uur van elkaar gescheiden.
Kristina heeft een dwarslaesie; ze ondergaat een dubbele operatie aan haar nek en aan haar ruggengraat. Een wervelschijf wordt verwijderd en een titanium plaat wordt geplaatst. Rustem heeft een hersenschudding en moet eigenlijk in bed blijven, maar hij laat zich niet nog een nacht in het VU-ziekenhuis houden. 24 uur na de dramatische val staat hij naast Kristina’s bed op de ic. Ze hebben allebei tranen in hun ogen – het had nog veel erger kunnen zijn.
De artsen zijn somber over het lot van Kristina. Als je 75 uur na zo’n ongeval nog geen gevoel hebt in je benen, verwachten ze dat het nooit meer zal gebeuren. Een week later kan Kristina haar benen nog steeds niet bewegen. De voorspelling is dat ze nooit meer zal kunnen lopen. Rustem mag bij Kristina op de kamer intrekken. Iedere nacht kruipt hij uit bed om zijn vrouw zes uur lang te masseren voor de bloedcirculatie.
7 februari 2020, AMC-ziekenhuis, Amsterdam
Kristina’s 63-jarige moeder is op kosten van Henk van der Meijden – directeur van het Wereldkerstcircus, door Kristina steevast ‘mister Henk’ genoemd – vanuit Oezbekistan overgekomen. Ze raakt geëmotioneerd als mister Henk, gezeten aan Kristina’s bed, een filmpje van het Wereldkerstcircus laat zien waarop haar dochter door de lucht zweeft. Als Kristina vertelt hoe dankbaar ze is dat hij niet alleen haar moeder heeft laten invliegen, maar dat hij ook een tijdelijk appartement in Amsterdam voor haar heeft geregeld, verandert het zachte huilen van haar moeder in luid snikken. Ook Kristina, Van der Meijden en zijn dochter Elisa raken geëmotioneerd. ‘Ik vind het zo erg voor jullie, het spijt me zo voor jullie show,’ snikt Kristina. En, verwijzend naar de zwangere buik van Elisa: ‘Ik hoop zo dat ik nog zwanger kan worden.’
Iedereen in de kamer huilt.
‘Het is een heel moeilijke tijd voor mijn moeder’, zegt Kristina. ‘Ik heb geen broers of zussen, ik ben enig kind. Toen ik naar beneden viel, lag mijn moeder in Oezbekistan te slapen, maar ze vóélde het. Ineens werd ze wakker, zonder te weten waarom. Ze pakte haar telefoon om Facebook te checken en las daar het nieuws: ‘Sky Angels fell down.’ Ze postte er een reactie onder. ‘Ik ben haar moeder, kan iemand me vertellen hoe het met haar is?’
Na een maand in het ziekenhuis begint er wonderwel toch iets van gevoel in Kristina’s benen te komen. Het eindeloze nachtelijke masseren van Rustem lijkt te helpen. En haar kranigheid, zegt Rustem. ‘De dokter wilde haar een permanente katheter geven. Maar Kristina werd boos en weigerde. Ze moest en zou zelf weer kunnen plassen. Uiteindelijk lukte het haar om een druppel te plassen. En later twee. De week erop verraste ze de dokter met een heel plasje en bleek het katheter niet meer nodig.’‘De dokters zijn elke ochtend weer verbaasd hoeveel ik vooruit ga door de massages van Rustem,’ vertelt Kristina. ‘Het eerste wat ze zeiden, was: ‘Jij gaat nooit meer lopen.’ Later werd dat bijgesteld: ‘Het duurt zeker twee jaar.’ Vervolgens werd er gezegd: ‘Reken op een jaar.’ Inmiddels zijn ze opgehouden met speculeren omdat de prognoses toch steeds moeten worden bijgesteld.’
Voorzichtig fantaseert ze over een nieuwe act, die misschien minder spannend wordt, maar wel vol emotie. En dat is waar het om draait. Emotie is het nieuwe toverwoord in de circuswereld, zegt producent Van der Meijden, die vertelt dat het niet de eerste keer is dat Kristina is gevallen, al viel ze niet eerder van zo’n grote hoogte. ‘In Monte Carlo heeft ze al een keer haar nek gebroken. Ze had nog veel pijn toen ze weer ging optreden. Een minuut voordat ze op moest, kreeg ze nog snel even een injectie tegen de pijn en daar ging ze. Ze is een enorme vechter.’
Het is 10 februari als Kristina op Facebook post: ‘Morgen vertrekken we naar het revalidatiecentrum. We zijn er klaar voor om het heft weer in eigen hand te nemen. Energie. Geduld. Om weer te leren lopen.’
De arts in het AMC komt haar gedag zeggen. Ze doet eerst een blauw plastic handschoentje aan en schudt Kristina dan de hand. Kristina vertelt dat haar doel is om op internationale vrouwendag, 8 maart, haar eerste stapjes te kunnen zetten. Het doel ligt nog mijlenver van haar vandaan.27 februari 2020, revalidatiecentrum Reade, Amsterdam In revalidatiecentrum Reade aan de Amsterdamse Overtoom mag Rustem bij hoge uitzondering bij Kristina in de kliniek verblijven. ‘Ze zijn gewend om 24 uur per dag samen te zijn en Rustem is van onschatbare waarde voor Kristina’s revalidatie, hij is echt onderdeel geworden van het revalidatieteam’, vertelt Jacinthe Adriaansen, revalidatiearts bij het dwarslaesie-expertisecentrum van Reade. Normaal gesproken heeft ze beroepsgeheim, maar van Kristina heeft ze toestemming gekregen om over haar te praten. ‘Rustem zorgt er ook voor dat het veilig is als ze zelf gaat oefenen, dat heeft enorm geholpen. Ze hebben het trauma bovendien samen ondergaan. Je kunt je niet voorstellen hoe het is om een val van zo’n grote hoogte te maken, dat moet heel traumatisch zijn. Haar werk was haar leven. En nog altijd is haar grootste wens: ‘to fly again.’’
Het is eind februari, het coronavirus heeft zijn intrede gedaan in Nederland. Kristina ligt met haar nekbrace om in bed, Rustem zit aan haar voeteneind. Kristina oogt moe. Down. Ze oefent en oefent, traint met een onvermoeibare topsportmentaliteit zonder ooit in een klaagzang te vervallen. Maar het gaat allemaal zo veel langzamer dan ze had gehoopt. Het frustreert haar. Als Rustem ook maar een beetje tegen haar benen aanleunt, vraagt ze of hij daar alsjeblieft mee wil stoppen. Alles doet pijn, alles kost zo veel moeite, zelfs de oefeningen met de vingers van haar rechterhand putten haar al uit.
Fantaseerde ze in het ziekenhuis nog stralend over welke act ze misschien in de toekomst kon gaan doen, nu denkt ze erover om naar huis te gaan, naar haar moeder, die weer terug is naar Oezbekistan. Misschien moeten zij en Rustem daar weer gaan wonen, proberen een gezin te stichten. Ze weet het even niet meer. Ze moet daar ook helemaal niet aan denken, dat kost energie en al haar energie moet naar haar revalidatie, zo hebben ze het samen afgesproken. Als een van twee ook maar even treurt, is het meteen: niet tobben, we kunnen alleen in het nú leven. ‘Ik ben blij met elke millimeter vooruitgang’, zegt Kristina vermoeid, ‘maar het kan me soms angst inboezemen dat de vooruitgang op een bepaalde dag stopt en dat ik vanaf dan niet meer verder kom. Dat zou een tragedie zijn.’
Volgens revalidatiearts Adriaansen is het niet zo gek dat Kristina in deze fase is beland. ‘Zo’n ongeluk is een levensveranderende ervaring met een enorme impact. Naast revalideren moet je rouwen en leren omgaan met de nieuwe situatie’, vertelt ze. Dat proces gaat in fases die iedereen op zijn eigen manier doorloopt. Sommige mensen belanden bijvoorbeeld eerst in de ontkenningsfase, waarin ze er alles aan doen om zo snel mogelijk weer de oude te zijn. Adriaansen: ‘Kristina greep meteen alles aan om het maximale uit de revalidatie te halen.’ Dat je een trauma hebt, merk je vaak pas later, als het verwerkingsproces begint en je beseft wat de gevolgen voor je toekomst zijn.
Van de val zelf, hoe traumatisch ook, kunnen Kristina en Rustem zich maar weinig herinneren. ‘Soms zeggen mensen dat je je hele leven voorbij ziet flitsen als je valt’, zegt Kristina, ‘maar daarvoor ging het veel te snel.’
Dacht je niet heel even: ik ga dood? Rustem: ‘Een tel, ja, dacht ik: oh my god.’
Kristina: ‘En dan lig je op de grond. Toen ik mijn ogen opende realiseerde ik me: ik ben gevallen. Oh my god, ik voel mijn benen niet. Oh my god, dit is niet goed. Daarna besefte ik dat vijftienhonderd mensen het ongeluk hebben gezien. Dat vind ik nog steeds erg moeilijk. Ik denk daar veel over na.’
Rustem: ‘Schaamte.’
Kristina: ‘Ja, ik voel schaamte.’
Had je pijn? Kristina: ‘Dat weet ik eigenlijk niet. De paniek was heel groot en daardoor vergeet je de pijn. Ik was bang. Ik zag allemaal artsen om me heen. Ik had mijn circusjurk aan en ik hoorde een dokter zeggen: ‘We moeten je kostuum losknippen, is dat goed?’ Ik zei: ‘Doe wat je moet doen, help me alsjeblieft.’
Volgens je revalidatiearts kan bijna niemand zich voorstellen hoe het is om dit mee te maken, maar één ding is zeker: het is traumatisch. Rustem: ‘Het is de tragedie van ons leven.’
Kristina: ‘Mensen vroegen vaak aan me: Kristina, ben je niet bang als je vliegt? Dan zei ik: nee, bang niet, maar ik weet dat het circuswerk gevaarlijk is. Ik kan vandaag vliegen, maar morgen kan ik vallen en alles in mijn lijf gebroken hebben. Dus ik ben hier altijd klaar voor geweest.’
Rustem: ‘Wat het traumatisch maakt, is dat je toekomst ineens aan diggelen ligt. We hebben jaren aan onze act gewerkt en opeens, baf!, is alles weg.’
Kristina: ‘We weten niet hoe en waarvan we in de toekomst moeten leven als ik niet kan werken, als mijn man niet kan werken. We kunnen ook mijn moeder niet meer ondersteunen. u wordt alles nog door de verzekering betaald, maar we weten niet hoe het in de toekomst moet.’Hoe hebben jullie elkaar eigenlijk leren kennen? Rustem: ‘We hebben elkaar in Rusland in het circus ontmoet waar we allebei werkten. Ik zag haar en heb gevraagd of ik haar beter mocht leren kennen. Daarna zijn we gaan daten.’
Kristina: ‘Na twee weken vroeg hij me ten huwelijk. Al mijn vrienden zeiden dat het krankzinnig was, maar ik heb naar mijn hart geluisterd. Ik zei ja en nu zijn we tien jaar samen.’
Rustem: ‘Ze is de vrouw bij wie ik mijn hele leven wil blijven. Er was een vonk, pats, het leek op magie. Ze moest mijn vrouw worden. Ik wist ook dat we met elkaar konden samenwerken. En Kristina begreep ook dat we niet alleen geliefden werden, maar ook partners in het werk.’
Kristina: ‘Vierentwintig uur per dag.’
Rustem: ‘Vervolgens zijn we samen begonnen aan een act. Kristina kwam met een nieuw idee naar me toe, het idee van het bitje. ‘Hiermee kunnen we een nieuwe act maken voordat iemand anders het heeft gedaan’, zei ze. ‘Meen je dat serieus?’ reageerde ik. ‘Ja, geloof me’, zei ze, ‘het is mogelijk.’ Mij leek het onmogelijk om enkel daaraan te hangen, maar na drie jaar oefenen, iedere dag, wist ik dat het kon.
Vervolgens zei Kristina dan: ‘Misschien kunnen we deze truc er ook nog bij doen?’ ‘Nee’, zei ik dan, ‘dat is onmogelijk.’ ‘Probeer het’, zei ze, ‘misschien krijgen we het na een week, twee weken of een maand elke dag proberen voor elkaar.’ En ze had elke keer weer gelijk. Dan zei ik: ‘Wauw, Kristina, je bent heel slim, dit werkt echt.’ Zo kregen we er ieder jaar twee trucs bij, tot we helemaal klaar waren met onze act. Daarna hebben we een video van onze act gemaakt en werden we door circussen in Europa uitgenodigd.’
Kristina: ‘We presenteerden onszelf op een festival in Italië, waar we zilver wonnen, en werden uitgenodigd bij het Moskou Circus. Stap voor stap gingen we steeds verder vooruit.’
Rustem: ‘En uiteindelijk wonnen we de Gouden Clown.’
Kristina: ‘Voor iedere circusartiest is dat absoluut een droom.’
Rustem: ‘We steken er al onze energie in.’
Kristina: ‘Ja, we geven onze hele ziel, ons hele lijf, ons hele leven. Bij elkaar opgeteld zit er zeventien jaar trainen in onze act. Het was een prachtige tijd, maar ook een heel moeilijke tijd. Dit werk is mentaal niet makkelijk en fysiek lijd je vaak veel pijn.’
Even lijkt ze te gaan huilen, maar dan herstelt ze zich. Stellig: ‘Ik moet niet achteruit kijken, en ook niet naar de toekomst. Dat is niet goed voor mijn geest. Ik heb me ingelezen in de psychologie en ik weet: niet in paniek raken en bij de dag leven. Denk niet te ver vooruit, denk ook niet aan wat er gebeurd is. Ga in je kracht staan en neem kleine stapjes. Leef in het nu.’
Kristina werkt onvermoeibaar verder aan haar revalidatie. Met haar nekbrace om drijft ze voorzichtig in het zwembad, vanuit haar rolstoel trapt ze op de hometrainer en eindeloos probeert ze met haar rechterhand houten blokjes om te draaien. En dan, op internationale vrouwendag, 8 maart, zet ze, met krukken en een rechterbeen dat nog altijd hapert, haar eerste stapjes. Er is geen ontlading, zoals wanneer Clara uit de kinderserie Heidi uit haar rolstoel opstaat en huilend van trots haar eerste stappen zet, maar focus, concentratie en een volgend doel: zonder krukken lopen.
Maar dan kondigt premier Rutte op 12 maart vergaande coronamaatregelen aan. Omdat Kristina contact heeft gehad met een coronapatiënt moet ze twee weken samen met Rustem in quarantaine op haar kamer blijven. De behandelingen stoppen, de therapie kan alleen op afstand. Met z’n tweeën trainen ze onvermoeibaar op hun kamer door. Na twee weken pakken ze de reguliere therapie weer op. Met opperste concentratie loopt Kristina voetje voor voetje achter een looprek, terwijl Rustem haar ondersteunt met zijn hand onder haar arm. Dan doet ze hetzelfde, maar zonder ondersteuning. Haar bewegingen worden steeds sierlijker, haar benen steeds krachtiger. De acrobate in haar komt steeds meer tot leven.Revalidatiearts Jacinthe Adriaansen ziet het bewonderend aan, maar durft niet te zeggen of Kristina ooit weer de lucht in kan. ‘Dat is wel een heel hoog streven. Ze heeft sowieso nog een heel traject voor de boeg. De verwachting bij dit soort trajecten is dat iemand binnenshuis weer zelfstandig zal kunnen lopen zonder hulpmiddelen, en korte afstanden buiten. Voor langere afstanden buitenshuis zal ze waarschijnlijk een stok of een kruk nodig blijven hebben, en tijdens het sporten een enkel-voetspalk. Of de hand zich zich weer helemaal zal herstellen is ook niet zeker. Je weet maar nooit bij Kristina, want ze heeft ons hier versteld doen staan, maar de kans is redelijk aanwezig dat ze helaas een andere rol in haar werkzame leven zal moeten zoeken.’
Op 13 mei, na drie maanden intensief revalideren, loopt Kristina zonder krukken de uitgang van Reade uit. Henk van der Meijden, zijn vrouw Monica Strotmann en hun dochter Elisa klappen in hun handen als ze naar buiten komt. ‘Kristina is als een familielid voor ons geworden’, zegt Van der Meijden, die uitgebreid door Kristina en Rustem wordt bedankt. Rustem toont dankbaar zijn nieuwe tand, die hij dankzij ‘mister Henk’ heeft gekregen. Kristina gaat naar Berlijn, naar het circus waar ze onder contract staat en dat een appartement voor haar heeft geregeld.
18 juni, Berlijn (via Google Meet)
Hoe gaat het nu? Kristina: ‘Goed, ik kom net terug van mijn revalidatie, ik oefen nog steeds elke dag drie uur. Langzaam, langzaam komt alles terug.’
Alles? ‘Elke dag kan ik iets beter bewegen en komt er iets meer gevoel terug. Ik zeg niet meer dat ik ziek ben en naar een revalidatiecentrum ga, maar dat ik ga trainen. Vergeleken met de acrobatische kunsten die ik voor het ongeluk vertoonde, lijken de oefeningen die ik nu doe makkelijk, maar het tegendeel is waar. Voor het ongeluk was alles normaal: als ik wilde rennen, rende ik, als ik wilde zitten, ging ik zitten. Ik kon gaan liggen, een douche nemen, alles deed ik zonder nadenken. Nu is dat allemaal anders geworden. Elke beweging kost kracht.’
‘Na die eerste weken in Amsterdam, die erg stressvol waren, heb ik niet meer gehuild. Tot vandaag. Vandaag ben ik weer een beetje vooruit gegaan: ik heb 60 minuten op de loopband gelopen, een nieuw record. In de spiegel zag ik hoe ik liep, zonder speciale hulpmiddelen en zonder krukken. Maar mijn loopje is nog lang niet perfect. Ik vond het moeilijk om dat te zien. Toen moest ik een beetje huilen. Ik hou ervan om mooi te zijn, met een goed figuur en een prachtige loop. Als ik mijn lijf nu in de spiegel zie, is dat moeilijk voor me.’
Dan, lachend: ‘Maar nu huilen we niet meer. Nu wil ik beginnen met weer leren te rennen. En als ik dat kan, wil ik terug naar Oezbekistan. Naar huis, als een normaal mens.’
Denk je dat je ooit je comeback gaat maken? Kristina: ‘Ik wil het proberen. Ik wil heel graag terugkomen. Maar misschien moeten we in de toekomst op zoek naar een ander leven. Het ene moment geniet je van je leven en een minuut later is het ineens afgelopen. Nu pas besef ik dat het mogelijk is dat je leven in één klap op pauze gaat.’
En pas na de pauze wordt duidelijk of de voorstelling doorgaat. Kristina: ‘Ja, het liefst zou ik natuurlijk vol overtuiging zeggen: the show must go on. Ik wil het ook proberen. We weten alleen niet of het lukt.’
Rustem: ‘Maar wat we ook gaan doen, we zetten elke stap samen.’
Missen jullie het optreden? Kristina: ‘Elke nacht droom ik dat ik weer door de lucht zweef, met een nieuwe act, in een een nieuw kostuum.’
Rustem: ‘Misschien geeft dat houvast.’
Kristina: ‘Het geeft hoop.’
Wat is er zo mooi aan dat zweven? Kristina: ‘Mensen zeggen vaak: kijk naar de vogels, wat moet het fijn zijn om te vliegen. Wij hebben natuurlijk geen vleugels, maar we vliegen. We komen in een andere atmosfeer en geven de mensen in de zaal daarmee energie, die we via het applaus weer terugkrijgen. Dat is absoluut het beste gevoel dat er is. Als de spreekstalmeester ons aankondigt met: ‘Hier zijn de Sky Angels, Kristina and Rustem!’ – op dat moment beginnen wij te ademen.’
|
|