Hoe Laren het gestrande circus Bolalou heeft omarmd: ‘Ik stond hier met tranen in mijn ogen’
Ze stonden al in The New York Times, het door de coronapandemie in maart gestrande circus Bolalou in Laren was wereldnieuws. Het dorp Laren kwam meteen in beweging, bijna iedereen hielp mee. Nu, tien maanden verder helpen de dorpelingen nog steeds.
,,De kamelen zijn voor mij als mijn kinderen”, zegt Dennis Bossle (25) van circus Bolalou terwijl hij over de kop aait van de kameel Iwan. Langs de weg, vlakbij het dorpje Laren is het circus Bolalou in maart gestrand op het evenemententerrein, vanwege de lockdown.
Bijna tien maanden later staan ze er nog steeds. Het weiland is modderig en drassig na een druilerig weekend. Er liggen een berg suikerbieten, brood en kinderfietsjes in het gras. In kleine, rood-witte tenten staan de andere dieren, de honden blaffen, de paarden achter de hekken en de twee minikoeien. Het is allemaal verre van ideaal. Iwan duwt zijn zachte neus tegen Dennis wang aan.
© Jeroen Jazet
Deze hebben ze net nieuw, hij is bij elkaar gesponsord door hulptroepen, want de merrie was in augustus plotseling overleden. De twee kamelen zijn bij hun circus opgegroeid, ze hebben ze zelf de fles gegeven, net als de twee minikoeien die er ook staan. ,,Bij Moui drupten drie dagen tranen uit zijn ogen, hij wilde niet meer eten en slapen en bleef maar jammeren. Dat ging door merg en been. Er moest een nieuwe kameel bij.”
Binnen in de woonwagen is Steffie Rutten (28), een slanke dame met lang haar in een vlecht, bruine ogen en een vriendelijke lach koffie aan het maken, voor de deur liggen handdoeken tegen de regen en de schoenen moeten uit. Twee kleine hondjes keffen en springen vrolijk in het rond. De twee oudste kinderen zijn op school en alleen de jongste is thuis. Een grote televisie met een Duitse zender staat aan. In een driedubbel aquarium zitten baardagamen roerloos op een tak.
Voor hun drie kinderen Caitlinn (7), Jaslene (4) en Davinio (3) is het ook een uitzonderlijke situatie. Normaal gesproken gaan ze week op week af steeds naar een andere school. ,,Mijn dochter heeft voor het eerst in haar leven een kinderfeestje meegemaakt, dat vond ze wel heel erg leuk.”
Dennis, een tikje gezet, Adidasshirt, stekeltjeshaar, schuift zijn stoel bij. Zij is het ‘brein’ achter het circus, hij wil vooral iets bijzonders neerzetten, ieder jaar beter, als zevende generatie uit het Duitse circusgeslacht Bossle. De kinderen betrekken ze niet bij de problematiek van de dag. Pas had haar andere dochter gevraagd toen ze haar moeder zag opruimen: ,,Gaan we weer op reis?” En toen heeft ze maar gezegd: ,,Nee, we blijven nog even.”
Dennis tussen de dieren van circus Bolalou.
Want dat er problemen zijn, dat is wel duidelijk. Vanaf maart zijn er geen inkomsten en ligt het circus stil. Laren zou de volgende stop zijn, maar voor ze de grote tent goed en wel konden optuigen, kwam er een lockdown. Dennis schudt zijn hoofd. ,,Dit zou ons derde jaar moeten worden met ons eigen circus, maar we hebben nauwelijks iets kunnen doen.”
Spaargeld
Ze hadden elkaar aangekeken. Het is wat het is, we moeten er maar het beste van maken. Konden ze hier wel blijven? Het spaargeld aanspreken, voer zien te krijgen voor de dieren. Steffie is niet van het wakker liggen van dingen waar je geen invloed op hebt, Dennis wel, hij maakt zich zorgen, slaapt slecht.
Gelukkig hebben ze geen vast personeel en maar twee zzp’ers meegenomen: een clown en een trapezeartiest uit Ecuador. De clown zit nog steeds op het terrein, de trapezeartiest kon logeren bij een Nederlandse vrouw. Steffie: ,,Alles wat we krijgen delen we, maar verder is het hun eigen verantwoordelijkheid.”
Een klopje op de deur. Een vrouw komt een doos met etenswaren brengen, ingezameld voor de familie Bossle. Steffie pakt het dankbaar aan. ,,Dit soort dingen dus, dat is toch zo super aardig?”
De hulp voor het circus komt van alle kanten.
De hulp voor het circus komt van alle kanten. © Jeroen Jazet
Maar die eerste week, toen ze net goed en wel in slaap was ging ineens rond middernacht haar telefoon. ,,Ik dacht echt, wie belt nu nog op?” Het blijkt Albert Markerink, regiobeheerder van Farmers Defence Force Gelderland. ,,Wat heb je nodig voor de komende drie maanden?” vroeg hij. Toen ze doorhad waar het over ging maakten ze slaapdronken samen een rekensom, wat ze per week aan voer voor de dieren nodig had en dat maal dertien.
Nog diezelfde week kwam een rij trekkers en wagens het terrein op met grote hoeveelheden voer en materiaal voor alle dieren. Steffie: ,,Ik stond hier met tranen in mijn ogen. Echt, dat zoveel goedheid nog bestaat. Tegelijkertijd voelt het heel dubbel, want we willen geen last zijn of mensen om hulp vragen.”
We hoorden dat dit circus was gestrand. Dan is het heel simpel, wij verzorgen dieren, zij verzorgen dieren en als ze hulp nodig hebben, dan helpen we.
Albert Markerink, Farmers Defence Force Gelderland
De eerste drie maanden waren ze gered. Uit Laren kwam de hulp van alle kanten. Ze weten bijna niet wat ze meemaken. Mensen komen de dieren aaien, spullen brengen. Sinds april is Albert Markerink regelmatig bij de familie te vinden. Eet er een hapje mee.
Steffie heeft hem en ook Martijn Koren van uniekeuitjes.nl en melkveehouder Wim Braakman gevraagd langs te komen. Dus zitten we aan tafel in de wagen. Markerink: ,,We hoorden dat dit circus was gestrand. Dan is het heel simpel, wij verzorgen dieren, zij verzorgen dieren en als ze hulp nodig hebben, dan helpen we. Ik heb meteen de appgroepen geactiveerd: jongens wakker worden, de schuur in, dit hebben we nodig en die hele lijst in de groep gezet. Voor de middag was het geregeld.”
Markerink lacht hard, het doet hem goed het gezin te helpen. ,,Hulp vragen is moeilijk hoor, hulp geven is makkelijker. We letten hier op elkaar, dat is noaberschap.”
Melkveehouder Braakman knikt, zijn bedrijf draait wel door, maar geld kan hij ook niet missen. Hij brengt dus kuilvoer. ,,En heb je nog iets aan rubberen matten voor hier voor de deur?” ,,Oh graag, superfijn,” zucht Steffie, dat zou heel wat natte vuile voeten schelen. ,,En hooi, droog hooi hebben ze nodig,” zegt Markerink met een hoofdknik naar Steffie. ,,Ja toch? Ja, dat wil ze liever niet vragen.” Steffie glimlacht en kijkt naar de grond.
Al tien maanden helpt het hele dorp. Ook voor de kameel die een nieuw maatje nodig had ging Markerink de appgroepen langs. En werd er een sponsoractie opgezet. Koren: ,,Iedereen kon wel een paar tientjes missen.”
Echt uit het hart
De uitjesbusiness van Martijn Koren lag ook op zijn gat, er ging natuurlijk niets meer door. Koren hoorde in april van het circus en hun problemen. ,,Dan wil je ze gewoon helpen. Ik ben een rondje dorp gaan doen. Langs de bakker, de supermarkt, de Welkoop, bevriende boeren en ik had al heel snel een aanhanger vol.” Laren heeft de circusfamilie omarmd. ,,Als er iets is, dan pakken we het aan. De dierenarts, eigenlijk iedereen deed wel iets. Dat is toch echt uit het hart.”
Daar waar het kon treedt het circus soms in het klein op, op kinderfeestjes, in verzorgingshuizen, of bij andere gelegenheden waar ze worden gevraagd. Steffie: ,,Daarvan kan ik dan weer een week de boodschappen doen.” Koren voelde met ze mee. Iedereen heeft het zwaar, maar veel ondernemers hebben in de zomermaanden nog wel omzet gedraaid. ,,Dit circus heeft zo goed als niets kunnen doen. En het verslechtert alleen maar, want de winter moet nog komen.”
Circus Bolalou geeft een voorstelling in de tuin van verzorgingstehuis Hoge Weide.
Dennis is geboren en getogen in het circus, in Duitsland. Als jongetje liep hij er rond, zijn vader was vuurspuwer. Hij is het gewend om van plek naar plek te trekken, op school altijd dat jongetje van het circus te zijn dat weer doorgaat. ,,Ze vonden het een spannend leven wat ik leidde, ik kwam overal. Af en toe dacht ik wel eens: het zou ook wel fijn zijn om ergens te blijven. Maar ik kan me daar niets bij voorstellen.”
Ik ging vanaf dat ik zeven was oefenen met de messen, eindeloos werpen op balen stro, op planken
De hele familie werkt in het circus, de kinderen pakken iets op wat ze leuk vinden. Ook zijn eigen kinderen krijgen die vrijheid, maar alleen als ze het leuk vinden. Zijn dochter vindt het werken met de hoepels leuk, de ander de ringtrapeze.
Zelf was hij als kind gefascineerd door het messenwerpen, maar dat mocht eigenlijk niet, net als het vuurspuwen, dat heeft zijn vader hem verboden. Alle spulletjes daarvoor lagen achter slot en grendel. ,,Maar ik ging toch vanaf dat ik zeven was oefenen met de messen, eindeloos werpen op balen stro, op planken.”
Ook hield hij van kleins af aan al van de dieren. ,,Kamelen hebben echt mensenkennis, ze luisteren beter dan honden. En als je ze niet goed behandelt, doen ze niets voor je. Mijn neefje ging niet zo goed om met de kamelen en zijn arm is eraf gebeten door een kameel. Als hij je te pakken heeft, laat ie niet meer los.”
Steffie komt niet uit de circuswereld. Het is een dame die weet wat ze wil. Ze had een eigen beautysalon in Limburg en werkte in een café, daar kwam ze Dennis tegen toen hij er met het circus stond. Om echt in de circusfamilie te komen heeft ze wel haar best moeten doen. Ze heeft hard meegewerkt in het circus van Dennis’ vader.
Bewijzen
,,Veel circusfamilies zijn heel gesloten, bij Dennis thuis was dat ook zo. Ik heb me moeten bewijzen, ze namen me niet serieus. Het zou voor mijn schoonouders ondenkbaar zijn dat er zoveel volk in hun wagen zou komen zoals wij nu doen. Maar wij willen ons juist openstellen.” Dennis knikt lachend: ,,Het is 2020, we gaan met de tijd mee.”
Dat het stel een eigen circus wilde beginnen was geen gemakkelijke weg. Steffies ouders vonden het reizend bestaan aanvankelijk geen goed idee, maar inmiddels staan ze achter haar keuze. Steffie wilde een hondenshow doen, ze investeerden in de aanschaf van alle dieren, de lama’s, de geiten, de minikoeien, de kamelen, allemaal zijn ze er van kleins af aan bij. Dennis zijn vader heeft zelfs tips gegeven voor het vuurspuwen. Want het bloed kroop waar het niet gaan kon.
Vuurspuwen
Tuurlijk wilde Dennis ook vuurspuwen, vanaf zijn 21ste is hij ermee begonnen. Een oom leerde hem de beginselen. ,,Het is gevaarlijk. Als je bang bent moet je er niet aan beginnen. Maar je moet het vuur leren kennen.” Hij stroopt zijn mouw op en laat de teruggegroeide haartjes zien. ,,Ik ga dan altijd met het vuur langs mijn armen, maar nu heb ik natuurlijk al maanden niks gedaan.”
Het circus is niet zonder risico’s, er gebeuren ongelukken, waar mensen werken worden fouten gemaakt. Steffie en Dennis kijken elkaar even veelbetekenend aan. Zijn messenwerpact ging niet altijd goed. Steffie: ,,Ik heb een keer een mes in mijn rug gehad.”
Dennis slaat zijn handen voor zijn gezicht bij die herinnering. Hij ging door de grond. Steffie zit dan met haar armen wijd vast op een plank. Je moet elkaar vertrouwen en met oefenen had ze regelmatig de bibbers, maar deed gewoon haar ogen dicht. Die avond, in de tent zat de broer van Dennis, dus hij wilde het extra goed en strak doen, ging het mis. Ze voelt het mes door haar pak in haar rug schieten. Tijdens de pauze hebben ze het snel verbonden.
,,Dan weet je dat je nog een hele helft door moet na de pauze. Maar de show must go on. Nu lachen ze erom, ‘die krijg je wel terug’ had Steffie gezegd. De messen raakten haar nog wel eens vaker, maar niet meer zo ernstig als toen.
We zijn echt opgenomen door het dorp, omarmd, dat is zo bijzonder
Nog nooit keek ze zoveel televisie als nu. Normaal zijn hun weken nu juist extra druk met het kerstcircus. De dieren missen de beweging en worden dik. Buiten is een kleine piste waar ze af en toe wel wat oefenen om in vorm te blijven. Dennis had zijn overgrootoma aan de lijn, zelfs zij had nog nooit meegemaakt dat het circus zo lang stilstond. Met kerst zijn er in normale tijden veel artiesten, is het supergezellig, maakt iedereen een gerecht, eten ze met zijn allen in de grote circustent.
Nu hebben ze meer tijd voor elkaar. Maar het kriebelt, ze willen eigenlijk door, optreden, dat is hun vak. Voorlopig ziet het er niet naar uit dat het snel weer zal kunnen. Voor de kinderen is het misschien wel het lastigste om straks wel weer door te gaan, net nu ze allemaal vriendjes hebben gemaakt.
Zonder Laren, hoe ze het dan gered hadden? Steffie en Dennis kijken elkaar even aan. ,,Ik geloof dat ik daar niet aan moet denken. We hadden het nergens beter kunnen treffen dan hier. We zijn echt opgenomen door het dorp, omarmd, dat is zo bijzonder. We gaan in ieder geval een grote afscheidsshow voor ze geven.”